Het derde glorieuze mysterie, de nederdaling van de Heilige Geest in de Bovenzaal, is een fundamentele gebeurtenis in de geschiedenis van de christelijke Kerk, die de geboorte van de Kerk en het begin van haar apostolische zending markeert. Deze gebeurtenis, die met Pinksteren wordt gevierd, onderstreept de vervulling van Jezus' belofte om een Trooster, de Heilige Geest, te zenden om zijn leerlingen te leiden en te versterken. Door over dit mysterie na te denken, worden we uitgenodigd om onze relatie met de Heilige Geest te verdiepen en onze toewijding om getuigen van het evangelie te zijn te vernieuwen.
Na Jezus' Hemelvaart keerden de apostelen terug naar Jeruzalem, zoals hij hen had gevraagd, en kwamen samen in de Bovenzaal, waar ze het Laatste Avondmaal met Jezus hadden gedeeld. Ze worden vergezeld door Maria, de moeder van Jezus, en een paar andere discipelen, verenigd in gebed en verwachting van de vervulling van de goddelijke belofte. Ze bidden samen en roepen de komst van de Heilige Geest aan, zonder precies te weten hoe deze belofte zal worden vervuld.
Op de Pinksterdag, vijftig dagen na Jezus' opstanding, vindt er een buitengewone gebeurtenis plaats. Plotseling vult een geluid uit de hemel, als van een hevige windvlaag, het hele huis waar ze zijn. Er verschenen vuurtongen die op ieder van hen rustten. Toen werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen in andere tongen te spreken, zoals de Geest hun uitsprak (Handelingen 2:1-4). Dit bovennatuurlijke fenomeen markeert de tastbare en krachtige aanwezigheid van de Heilige Geest onder hen.
Op dit moment is Jeruzalem vol pelgrims die uit verschillende streken zijn gekomen om het Joodse Pinksterfeest te vieren. Aangetrokken door het lawaai verzamelen ze zich rond het Cenakel en zijn verbaasd als ze de apostelen horen spreken in hun eigen talen. Ze verwonderden zich en vroegen zich af hoe deze Galileeërs zo duidelijk de talen van de Parthen, Meden, Elamieten en andere volkeren uit de vier windstreken konden spreken (Handelingen 2:5-11). Dit wonder van glossolalie, of het spreken in tongen, symboliseert de universaliteit van de christelijke boodschap en de missie van de kerk om alle volken te bereiken.
Peter, vervuld van de Heilige Geest, staat dan op en spreekt de menigte toe. Hij legt uit dat wat er gebeurt de vervulling is van de profetie van Joël: "In het laatste der dagen, zegt God, zal Ik mijn Geest uitstorten op alle vlees" (Handelingen 2:17). Hij verkondigde de dood en opstanding van Jezus en bevestigde dat Hij de beloofde Messias was. Overtuigd door zijn woorden en geraakt door de kracht van de Geest worden die dag ongeveer drieduizend mensen gedoopt, wat het begin van de christelijke kerk markeert (Handelingen 2:41).
De neerdaling van de Heilige Geest verandert de apostelen van bange discipelen in stoutmoedige getuigen van het evangelie. Verlevendigd door goddelijke kracht beginnen ze met nieuw zelfvertrouwen te prediken, wonderen te verrichten en gemeenschappen van gelovigen te vormen. De Heilige Geest geeft hun wijsheid, moed en de gaven die nodig zijn om hun missie uit te voeren.
Terwijl we mediteren over dit derde glorieuze mysterie, worden we uitgenodigd om ons hart te openen voor de werking van de Heilige Geest in ons eigen leven. De Heilige Geest blijft gelovigen vandaag de dag leiden, troosten en sterken, en inspireert ons om te leven volgens de leer van Jezus en om getuigen te zijn van zijn liefde in de wereld. Dit mysterie herinnert ons eraan dat wij geroepen zijn om instrumenten van de Geest te zijn, dragers van vrede, vreugde en waarheid, en een levendige en dynamische geloofsgemeenschap op te bouwen.
De neerdaling van de Heilige Geest in de Bovenzaal is een oproep om ons geloof te vernieuwen, de missie van de Kerk te omarmen en de Geest toe te staan ons leven te veranderen. Door de Geest worden we verenigd in één lichaam, de Kerk, en ontvangen we de kracht om met onze woorden en daden te getuigen van de liefde van Christus en zo bij te dragen aan de komst van Gods Koninkrijk op aarde.
