De heilige Mattheüs, die in sommige evangeliën Levi wordt genoemd, was een van de twaalf apostelen die door Jezus Christus waren uitgekozen. Zijn leven werd gekenmerkt door een diepgaande transformatie: van een verachte tollenaar werd hij een evangelist en een van de steunpilaren van de vroege Kerk. Mattheüs' verhaal leert ons over Gods barmhartigheid, bekering en de kracht van de evangelieboodschap.
Het beroep van tollenaar: een controversiële situatie
Vóór zijn ontmoeting met Jezus was Matteüs tollenaar, of publieke tollenaar, voor de Romeinen. Dit beroep bracht hem in een delicate positie binnen de Joodse samenleving. Belastinginners werden door hun landgenoten vaak beschouwd als verraders, omdat ze voor de Romeinse bezetters werkten en hun beroep was besmet met corruptie en afpersing. Publiekslieden hadden vaak de reputatie dat ze meer inden dan nodig was, waardoor ze zichzelf verrijkten ten koste van hun medeburgers.
Mattheüs oefende zijn beroep uit in Kapernaüm, een welvarende stad aan de oevers van het Meer van Galilea, dat in die tijd een belangrijk handelscentrum was. Zijn positie stelde hem waarschijnlijk in staat om belasting te innen van kooplieden en reizigers die door de regio reisden. Vanwege zijn werk voor de Romeinen en de misstanden die vaak met zijn beroep gepaard gingen, werd hij echter afgekeurd door de religieuze en sociaal-Joodse bevolking.
De beslissende ontmoeting met Jezus
Het leven van Mattheüs neemt een radicale wending als hij Jezus ontmoet. Het evangelie van Matteüs (9:9) vertelt dat Jezus, toen hij langs het kantoor van Matteüs liep, simpelweg tegen hem zei: "Volg mij". Deze directe oproep van Jezus resoneert met grote kracht, want zonder aarzelen staat Matteüs op en volgt hem. Dit moment is niet alleen cruciaal voor Matteüs, maar ook voor de christelijke theologie. Door een tollenaar te roepen - een veracht figuur in de samenleving - maakt Jezus duidelijk dat zijn boodschap voor iedereen is, zelfs voor de meest uitgesloten zondaars in de samenleving.
Mattheüs' onmiddellijke reactie op Jezus' oproep is veelzeggend. Hij verlaat zijn ambt als tollenaar en geeft een leven op dat waarschijnlijk comfortabel is, maar moreel gecompromitteerd, om een radicaal ander pad te volgen. Dit illustreert het vermogen van de mens om te reageren op goddelijke genade, om zijn verleden achter zich te laten en een nieuwe roeping te omarmen.
Na zijn bekering organiseert Matteüs een groot banket bij hem thuis, waarvoor hij zowel Jezus als andere tollenaars en zondaars uitnodigt. De Farizeeën, die getuige waren van de gebeurtenis, bekritiseerden Jezus voor het delen van de tafel met zulke mensen. Jezus antwoordde met een van de meest treffende woorden uit zijn bediening: "Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars" (Matteüs 9:12-13). Deze passage laat niet alleen Jezus' barmhartigheid zien, maar ook Matteüs' centrale rol in de missie om mensen te bereiken die buiten de geloofsgemeenschap werden gehouden.
Matheüs, de evangelist
Nadat hij Jezus was gevolgd, werd Matteüs een van zijn trouwste apostelen. Hoewel zijn activiteiten tijdens Jezus' openbare bediening niet gedetailleerd in de evangeliën worden beschreven, was hij een van de Twaalf die aanwezig waren bij de cruciale momenten in Jezus' leven: het Laatste Avondmaal, de Passie, de Opstanding en de missie na Pinksteren.
Matheüs is vooral bekend omdat hij de auteur is van het eerste evangelie in het Nieuwe Testament, dat zijn naam draagt. Het Evangelie volgens Matteüs is een fundamentele tekst voor de christelijke traditie. Hoewel de toeschrijving aan Matteüs soms wordt betwist door moderne historici, schrijft de oude kerkelijke traditie het schrijven van deze tekst aan hem toe. Volgens de traditie schreef Matteüs zijn Evangelie voornamelijk voor een gemeenschap van Christenen van Joodse afkomst, wat de bijzondere nadruk op de vervulling van profetieën uit het Oude Testament in het leven van Jezus verklaart. Het probeert aan te tonen dat Jezus de Messias is waar het Joodse volk op wacht.
Het Evangelie volgens Matteüs bevat enkele van de beroemdste en meest fundamentele passages van het christendom. Het bevat in het bijzonder de Bergrede (Matteüs 5-7), een meesterlijke samenvatting van de morele en spirituele leer van Jezus. Matteüs presenteert Jezus als een nieuwe Mozes, die een nieuwe wet geeft, niet geschreven op stenen tafelen, maar gegraveerd in de harten van gelovigen.
Matheüs' evangelie legt ook bijzondere nadruk op de vervulling van profetieën uit het Oude Testament. Matteüs verwijst vaak naar de Hebreeuwse Schriften om aan te tonen dat de komst van Jezus was voorspeld door de profeten. Dit legt een verband tussen het Joodse geloof en de christelijke boodschap en laat zien dat Jezus de vervulling is van Gods belofte aan Israël.
Het apostolaat van Matteüs na Pinksteren
Na Pinksteren ging Matteüs, net als de andere apostelen, op missie om het evangelie te verkondigen. Volgens de overlevering evangeliseerde hij verschillende gebieden, waaronder Ethiopië, Perzië en Parthië. Sommige verslagen beweren dat hij ook in Palestina predikte voordat hij op deze verre missies vertrok. Hoewel de precieze details van zijn apostolaat moeilijk te bevestigen zijn, zijn de kerkvaders het erover eens dat Matteüs reisde om de boodschap van Jezus te verspreiden onder heidense volken.
Er is ook een traditie dat Matteüs de marteldood stierf voor zijn geloof. Sommige verslagen beweren dat hij in Ethiopië werd gedood terwijl hij het evangelie predikte, hoewel de details van zijn dood onduidelijk blijven.
De symboliek van Matteüs in de christelijke kunst en traditie
In de christelijke kunst wordt Matteüs vaak afgebeeld met een boek of boekrol, als symbool voor zijn rol als evangelist en auteur van een van de vier evangeliën. Soms wordt hij ook afgebeeld met een veer, een teken van zijn geïnspireerde schrijven. Een van de meest voorkomende symbolen die met Matteüs wordt geassocieerd is een gevleugelde engel of gevleugelde man, een van de vier levende wezens die worden beschreven in het visioen van Ezechiël (Ezechiël 1:10) en in de Apocalyps (Openbaring 4:7). Dit symbool wordt gebruikt om de menselijke en aardse dimensie van het evangelie van Matteüs weer te geven, dat de menselijkheid van Jezus en zijn rol als de vleesgeworden Messias benadrukt.
Het feest van Sint-Matheüs wordt in de katholieke kerk gevierd op 21 september. Deze dag is een speciale gelegenheid om zijn bekering, zijn apostolaat en zijn cruciale rol in de overdracht van het evangelie te gedenken.
Conclusie
De heilige Mattheüs is een essentiële figuur van het christendom, wiens leven en werk miljoenen gelovigen over de hele wereld blijven inspireren. Zijn reis van verachte tollenaar tot apostel en evangelist is een levende illustratie van de kracht van goddelijke genade en de mogelijkheid van verlossing voor iedereen die Gods roeping accepteert. Door zijn evangelie laat Matteüs ons een kostbare getuige na van het leven en de leer van Jezus, die ons uitnodigt om de weg van het geloof te volgen met vertrouwen en trouw.