Het leven van de heilige Johannes Bosco, ook bekend als Don Bosco, is een buitengewoon verhaal van liefde en toewijding aan jonge mensen. Geboren op 16 augustus 1815 in Becchi, in de Italiaanse regio Piemonte, was hij de zoon van een arme boerenfamilie. Op tweejarige leeftijd werd hij wees en opgevoed door zijn moeder Margherita Occhiena, een vrouw met een diep geloof die een grote invloed had op zijn spirituele ontwikkeling.
Van jongs af aan vertoonde Johannes Bosco tekenen van een religieuze roeping. Op negenjarige leeftijd had hij een profetische droom die een diepe indruk op hem achterliet. In de droom zag hij zichzelf omringd door ongedisciplineerde jongeren die hem uitlachten. Geleid door de Maagd Maria slaagde hij erin om de situatie te kalmeren door middel van zachtheid en liefde. Deze droom zou de hoeksteen worden van zijn toekomstige opvoedingsmethode.
Op negenjarige leeftijd ging hij naar Turijn om bij de Franciscanen te studeren. Vanaf dat moment werd zijn verlangen om priester te worden en kansarme jongeren te helpen sterker. De weg naar het priesterschap was echter niet gemakkelijk voor een jongen uit een arm gezin. Hij overwon enorme financiële obstakels met de hulp van weldoeners, waaronder een rijke advocaat, de heer Pinardi.
Hij werd op 5 juni 1841 tot priester gewijd en wijdde zijn leven aan het onderwijzen van de gemarginaliseerde jeugd van Turijn, een taak die ertoe leidde dat hij in 1859 de Sociëteit van Sint Franciscus de Sales, beter bekend als de Salesianen, oprichtte. Zijn onderwijsaanpak was vernieuwend en combineerde academisch onderwijs met spirituele en professionele vorming.
Don Bosco was zich ook bewust van het belang van evangelisatie via de media en stichtte het Oratorium van de Heilige Franciscus van Sales, waar hij recreatieve activiteiten, spelletjes en theatervoorstellingen organiseerde om jongeren aan te trekken. Hij richtte ook het Bulletin Salesien op, een educatief en evangelisch tijdschrift gericht op jongeren.
Hij had een diepe liefde voor de Heilige Eucharistie en hij moedigde een speciale devotie tot de Maagd Maria aan, die veel van zijn volgelingen overnamen. Don Bosco was ook een mysticus en visionair, die dromen en visioenen ontving die zijn daden leidden en advies gaven voor de toekomst.
Don Bosco raakte betrokken bij liefdadigheids- en onderwijswerk in heel Italië en Europa. Hij stichtte ook het Instituut van de Dochters van Maria-Help der Christenen, een religieuze congregatie gewijd aan de opvoeding van jonge meisjes. Hij wijdde zijn hele leven aan het onderwijs en de opleiding van jonge mensen en zijn werk bleef groeien, zelfs na zijn dood.
Sint John Bosco stierf op 31 januari 1888 in Turijn. Hij werd in 1934 heilig verklaard door paus Pius XI en wordt vandaag de dag vereerd als beschermheilige van opvoeders en jongeren. Don Bosco's nalatenschap leeft voort via de vele Salesiaanse instellingen over de hele wereld, die zijn werk van onderwijs, vorming en evangelisatie onder jongeren voortzetten.