Voogdengelen nemen een belangrijke plaats in binnen de christelijke traditie en het begrip van het christelijk geloof.
In het Oude Testament verschijnen engelen vaak als boodschappers van God die worden gestuurd om boodschappen af te leveren, specifieke missies uit te voeren of troost en geruststelling te brengen aan mensen in nood. Zo wordt de aartsengel Rafaël in het Boek Tobit beschreven als de engel die Tobias vergezelt op zijn gevaarlijke reis en hem genezing en bescherming brengt.
In het Nieuwe Testament blijven engelen een actieve rol spelen in de heilsgeschiedenis. De engel Gabriël werd naar de maagd Maria gestuurd om de geboorte van Jezus aan te kondigen (Lucas 1:26-38). Op dezelfde manier verschijnen engelen aan de herders om hen te vertellen over de geboorte van de Verlosser (Lucas 2:8-14).
Hoewel het begrip beschermengelen zoals wij dat vandaag de dag kennen niet expliciet in de Bijbel wordt genoemd, suggereren verschillende passages dat engelen de taak hebben om over de gelovigen te waken en hen te beschermen. In het Boek der Psalmen staat bijvoorbeeld: "Hij zal zijn engelen opdragen over u te waken op al uw wegen" (Psalm 91:11).
De katholieke kerk leert dat ieder mens een persoonlijke beschermengel heeft die over hem waakt, hem beschermt en hem begeleidt tijdens zijn aardse leven. Dit geloof is gebaseerd op traditie en theologische reflectie, die engelen zien als boodschappers en beschermers die door God zijn gezonden om over zijn volk te waken en de gelovigen bij te staan op hun geloofsreis.
Tot slot, hoewel de Bijbel niet expliciet spreekt over 'beschermengelen', worden engelen duidelijk voorgesteld als boodschappers en beschermers die door God zijn gezonden om over de gelovigen te waken, hen te begeleiden in hun geloof en hen te beschermen tegen gevaren. Het geloof in het bestaan en de rol van beschermengelen is diep geworteld in de christelijke traditie en biedt gelovigen over de hele wereld nog steeds troost, geruststelling en hoop.